Nieuwe onlinegids om stiptheid van treinen voor te stellen
De 'kleine' vertragingen worden voortaan ook verklaard
In samenwerking met NMBS toont Infrabel voortaan een nieuwe reeks gegevens over de niet-stiptheid van de treinen op zijn Open Data platform. Deze tool centraliseert de gegevens over het spoorwegsysteem, en meer bepaald die over de stiptheid. In navolging van het engagement dat de twee bedrijven zijn aangegaan, worden nu ook alle oorzaken van een niet-stiptheid vanaf 90 seconden gepubliceerd. Tot nu toe hield de publicatie daarvan, in overeenstemming met een Koninklijk Besluit uit 2007, alleen rekening met de vertragingen die werden veroorzaakt door grote incidenten. Deze nieuwe methode verandert de verdeling van de historisch bekende oorzaken en brengt een belangrijke oorzaak van 'kleine' vertragingen aan het licht, namelijk het gebrek aan robuustheid van het spoorwegsysteem.
Een vollediger overzicht van de oorzaken van vertragingen
Volgens de methodologie van het Koninklijk Besluit van 2007 zijn de drie belangrijkste categorieën van oorzaken voor de niet-stiptheid van de treinen derden (ongevallen aan overwegen, spoorlopers, vertragingen geïmporteerd uit het buitenland enz.), NMBS (waaronder oorzaken die te maken hebben met technische problemen en defecten aan het rollend materieel, enz.) en Infrabel (bv. een storing aan de seininrichting met impact op het verkeer). Deze classificatie dekt echter niet alle oorzaken van niet-stiptheid. Daarom is er een meer gedetailleerde methodologie ontwikkeld.
De nieuwe methode geeft een completer beeld van de verdeling van de oorzaken tussen deze spelers. Ze is gebaseerd op technologische ontwikkelingen en gegevensbeheer. Concreet wordt er niet alleen meer rekening gehouden met de vertragingen veroorzaakt door grote incidenten. Er zijn ook "kleine" vertragingen van 90 seconden of meer die bijvoorbeeld te wijten zijn aan een trein die iets te laat vertrekt, problemen met de verkeersregeling (zoals een sein dat door het seinhuis te laat op groen wordt gezet), een grote toestroom aan reizigers op het perron (waardoor het instappen langer duurt), een ongeplande kruising met een andere trein enz.
Deze nieuwe methode legt het bestaan – en dus ook de impact – bloot van een "gebrek aan robuustheid van het spoorwegsysteem". Dit wordt gedefinieerd als "het onevenwicht tussen het treinaanbod (van reizigers- en goederentreinen), de capaciteit van het net en de beschikbare middelen voor de operaties". Het gaat dus om de som van de vertragingen die niet worden veroorzaakt door een specifiek incident, en daarom niet zichtbaar zijn in de analyse van de grote incidenten. Bijvoorbeeld wanneer de enkele seconden vertraging die een trein heeft door een sneeuwbaleffect oplopen.
Het huidige spoorwegsysteem is erg fragiel, vooral tijdens de piekuren of wanneer tijdens spoorwerken het treinverkeer behouden wordt. Het spoorwegsysteem is dan niet altijd in staat om deze kleine vertragingen te vermijden en weg te werken. Dit moet worden gezien in de context van de toename van het aantal reizigers op het spoornet. De afgelopen tien jaar is het aantal geplande treinen met 10% gestegen en het aantal reizigers met 18%, op een net dat niet evenredig is uitgebreid. Er is ook een aanzienlijke impact van vertragingen die worden geïmporteerd door de buitenlandse spooroperatoren, aangezien de druk op het spoorwegsysteem niet beperkt blijft tot België.
Deze nieuwe methodologie toont voor 2023 onderstaande aan in de verdeling van de oorzaken (de middelste cirkel bevat de historische verdeling en de buitenste cirkel de verdeling die rekening houdt met de kleine vertragingen).
Een tool voor meer transparantie en nog gerichtere acties
NMBS en Infrabel waren van mening dat dergelijke gegevens, die tot nu toe enkel voor interne analysedoeleinden werden gebruikt, voortaan breder zouden gecommuniceerd moeten worden om iedereen een vollediger en nauwkeuriger beeld te geven van de fenomenen die impact hebben op de niet-stiptheid van het treinverkeer. Deze aanpak is volledig in overeenstemming met de doelstellingen van het Openbaredienstcontract van NMBS en het Prestatiecontract van Infrabel. Door zich hierop te baseren om een beter inzicht te krijgen in de niet-stiptheid, kunnen de twee bedrijven hun acties om de stiptheid te verbeteren, gerichter uitvoeren.
Om een objectieve basis te blijven bieden voor een vergelijking met de voorgaande maanden en jaren, zullen naast de resultaten die rekening houden met de ‘kleine’ vertragingen ook de "historische" gegevens nog gepubliceerd worden.
De stiptheid in augustus 2024
In augustus bedroeg de stiptheid 92,3%. Het gaat om een verdere verbetering ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar (91,6% in augustus 2023). De gemiddelde stiptheid voor de eerste 8 maanden van 2024 was 89,6%, een verbetering met 1,1% ten opzichte van dezelfde periode in 2023 (88,5%).
Hieronder wordt getoond wat volgens de nieuwe methode in augustus de oorzaken van de niet-stiptheid waren, ten opzichte van de historische methode. Het algemene stiptheidscijfer blijft het resultaat van de historische analyse, waarbij de nieuwe methode wordt gebruikt om de analyse van de oorzaken van niet-stiptheid te verfijnen.De middelste cirkel bevat de historische verdeling en de buitenste cirkel de verdeling die rekening houdt met de kleine vertragingen.
Dimitri Temmerman
Thomas Baeken